Tekst
Lettertype

Bovenbeenblessure

30 november 2020
Inhoudsopgave Toon

Een bovenbeenblessure, wat kan er aan de hand zijn?

De term ‘bovenbeenblessure’ is een omvattende term voor veel blessures. Klachten aan het bovenbeen kunnen hun oorsprong immers in veel verschillende structuren hebben. Ook bestaat er een ruime variatie in de ontstaanswijzen van de blessures. In dit blog omschrijven we de meest voorkomende blessures en ontstaanswijzen. De ontstaanswijze van een blessure is een belangrijke indicator voor de uiteindelijke diagnose. Daarbij maken we onderscheid tussen een acuut- en geleidelijk ontstaan.

Acute bovenbeenblessures

Bij acute bovenbeenblessures is er sprake van een specifiek moment waarop de klachten ontstaan. Daarbij zijn de klachten vanaf het eerste moment vaak al hevig aanwezig. De bekendste voorbeelden zijn fracturen (botbreuken), spierkneuzingen en spierscheuren/-verrekkingen. Fracturen en kneuzingen gaan gepaard met een forse kracht van buitenaf of bijvoorbeeld ten gevolge van een val. Voor beide gevallen geldt dat de locatie van de schade bepalend is voor de plaats van de klachten. Het verschil zit hem in de betrokkenheid van het botweefsel. Waar er bij een fractuur sprake is van schade aan het botweefsel, is bij een kneuzing het weefsel tussen het bot en de huid betrokken. Kleine bloedvaatjes beschadigen door kracht op het weefsel. Hierdoor komt er bloed vrij en ontstaat er zwelling; een bloeduitstorting die er van buiten uitziet als een blauwe plek. Vaak ontstaat er direct een stijf gevoel dat langzaam wegtrekt als er weer wordt bewogen. Het meest bekende voorbeeld hiervan is het ‘ijsbeentje’. Kneuzingen zijn er nagenoeg altijd als er sprake is van een fractuur. Andersom geldt dat niet.

Geleidelijke ontstaanswijzen van een bovenbeenblessure

Voor geleidelijke ontstaanswijzen van blessures geldt dat er geen specifiek moment is waarop er hevige pijn ontstaat. Er is juist sprake van milde klachten die in de tijd langzaam toenemen. Dit soort blessures hebben vooral betrekking op spierweefsel. In het geval van het bovenbeen zijn dat meestal de quadriceps, de hamstrings en de liesregio. We spreken van de welbekende overbelasting klachten. Spieren en pezen raken in dit geval geïrriteerd doordat er over een bepaalde periode teveel belasting op komt te staan.

Welke behandeling past bij een bovenbeen blessure?

Verschillende blessures kunnen niet allemaal op dezelfde manier worden behandeld. De behandeling is daarom geheel afhankelijk van de ernst, de locatie en de ontstaanswijze van de blessure. Bij fracturen en forse kneuzingen zal het lichaamsdeel in eerste instantie bijvoorbeeld zoveel als mogelijk ontlast worden. Hierdoor kunnen de structuren goed herstellen voordat ze weer worden belast. Voor spierscheuren en -verrekkingen geldt dat doorbloeding, en dus beweging, het herstelproces juist zal versnellen. Bezoek bij een bovenbeenblessure altijd een fysiotherapeut om een goed behandelplan op te stellen.