Valpreventie bij ouderen

De SEH (Spoedeisende Hulp) ziet bijna iedere 5 á 10 minuten een 65-plusser binnenkomen na een valongeval. Dit alleen bewijst al dat het een serieuze zaak die preventieve aandacht en acties behoeven. Een valongeval heeft daarbij veel gevolgen voor diegenen in kwestie. Het heeft o.a. veel impact op de kwaliteit van leven, de zelfredzaamheid en de angst om weer te vallen. Zeker in deze tijden waarin ouderen langer thuis blijven wonen.

B&B Healthcare biedt daarom gerichte valpreventie heeft als doel het aantal valincidenten drastisch te verlagen. Omdat ouderen vaak kwetsbaarder zijn voor verwondingen als gevolg van vallen, is valpreventie een belangrijk onderdeel van de gezondheidszorg voor ouderen.

Hoe gaan wij te werk

  1. Een gespecialiseerde fysiotherapeut zal dan kijken wat de oorzaak is van de val of het minder bewegen en een valanalyse uitvoeren, zoals omgeving, de mate van angst, inrichting van de woning etc.
  2. Er worden een aantal testen met u gedaan:
    • een test om te kijken hoe uw balans/evenwicht is;
    • er wordt gekeken naar het lopen;
    • en uw spierkracht van de benen wordt getest.
  3. Daarna krijgt u een advies of behandeling op maat om het valrisico te verkleinen. Zeker als   thuis gevallen bent komt de fysiotherapeut ook thuis kijken of er thuis nog tips zijn of hulpmiddelen geadviseerd kunnen worden.

Doel van valpreventie

Het doel van valpreventie is om het valrisico te verlagen met positieve gevolgen als:

  • Het behouden en verbeteren van de fysieke kracht;
  • De kans op sociale isolatie is kleiner;
  • Behoud op sociale interactie;
  • Kwaliteit van leven te verlengen.
  • Het behoud van onafhankelijkheid;
  • Minder angst voor het vallen.

Wat maakt een valpreventief beweegprogramma effectief?

Naarmate we ouder worden, neemt ons fysiek functioneren af. Dit is iets wat we kunnen verlengen maar niet kunnen voorkomen. Veroudering leidt uiteindelijk tot vermindering van spierkracht, uithoudingsvermogen, verminderde mobiliteit, balansproblemen en verminderen botdichtheid. Hierdoor zijn diverse omgevingsfactoren een grote uitdaging en veelal een probleem voor ouderen. Ook angst om te vallen kan de kans op een val vergroten. Angst kan leiden tot het vermijden van activiteiten en dat leidt weer tot een vermindering van beweging en soms tot afwijkend bewegingsgedrag (bijv. overal steun zoeken).

 

Veel van de fysieke ‘gebreken’ die een verhoogd valrisico veroorzaken kunnen worden verbeterd met een gestructureerde beweeginterventie. Stoornissen in balans, looppatroon en verminderde spierkracht worden aangepakt en verbeterd d.m.v. lichamelijke oefeningen.

Daarnaast dragen beweeginterventies bij aan het voorkomen van vallen omdat ze het bewustzijn van de eigen vaardigheden/vermogens in verschillende situaties verhogen en helpen bij het oefenen van adequaat reageren op omgevingsrisico’s.

Oorzaken van valkongelukken bij 65-plussers

De oorzaken van valongelukken verdelen wij in 2 categorieën, namelijk:

  1. Lichamelijke/geestelijke oorzaken
  2. Het gebruik van producten, hulpmiddelen en omgevingsfactoren.

Lichamelijke en geestelijke oorzaken

Veel valongelukken zijn het gevolg van lichamelijke of geestelijke klachten, waaronder:

  • Duizeligheid;
  • Slechte mobiliteit;
  • Verstoord evenwicht;
  • Dementie;
  • Verminderd zicht;
  • Angst om te vallen.

Overige oorzaken

Naast lichamelijke en geestelijke oorzaken zijn er ook andere oorzaken aan te wijzen die niet lichamelijk of geestelijk zijn, namelijk:

  • Medicijngebruik en de bijwerkingen ervan;
  • Verkeerd gebruik van hulpmiddelen;
  • Omgevingsfactoren, zoals gladde vloer, kleedjes, voorwerpen op de vloer, ontbreken van verlichting etc.

Vergoeding vanuit de zorgverzekering

De valrisicotest en de valanalyse kunnen worden vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Sommige onderdelen van het advies op maat kunnen ook worden vergoed uit het basispakket, zoals:

  • een staaroperatie;
  • het aanpassen van medicatie om duizeligheid of sufheid te verminderen;
  • het advies door een ergotherapeut voor aanpassingen in huis (bijvoorbeeld drempels weghalen);
  • voedingsadviezen.

De zorgverzekeraar bepaalt of de verzekerde recht heeft op vergoeding van deze zorg. Sommige onderdelen van het advies worden niet uit het basispakket vergoed. Bijvoorbeeld:

  • een nieuwe bril of aangepaste brillenglazen;
  • veilig niet-orthopedisch schoeisel;
  • aanpassingen aan een woning zoals een traplift of een douche- of toiletsteun. Deze aanpassingen kunnen worden aangevraagd bij de gemeente.