Wat is het carpaal tunnel syndroom? De carpale tunnel bevindt zich aan de handzijde van de pols en wordt gevormd door de handwortelbeentjes, de duim en de pinkmuis en een peesplaat aan de voorzijde van de pols. Door deze ruimte loopt een zenuw (de n. medianus) en de buig en strekpezen van de hand (9 in totaal). Als deze tunnel te nauw is kan dat een beklemming van de zenuw geven met pijn, tintelingen en of een dof gevoel in de hand als gevolg.
Het carpaal tunnel syndroom wordt vaak gezien bij mensen tussen de 40-60 jaar, vrouwen en zwangere en mensen met reumatische artritis en overgewicht lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van klachten.
De klachten kunnen bestaan uit pijn in de hand en de vingers, tintelingen en soms een dof gevoel in de hand en/ of vingers. Dit kan in combinatie zijn met krachtsverlies.
De klachten kunnen zich uiten in delen van de hand maar soms ook in de hele hand (zelden in de pink) Beide handen kunnen aangedaan zijn maar dit hoeft niet. De klachten in de hand kunnen uitstalen in de pols.
In het begin ervaart men vaak vooral in de nacht klachten en kan de slaap verstoord zijn door de pijn, later kunnen de klachten ook in de ochtend en later de hele dag aanwezig zijn.
Met name de kracht en het gevoel in de duim kan afnemen waardoor u dingen eerder uit de handen kan laten vallen. Vooral in de ochtend kunt u dit in eerste instantie ervaren maar uiteindelijk kunnen de klachten zo erg worden dat het zelfs invloed heeft op werkzaamheden.
De carpale tunnel is nauw, een beetje zwelling kan de druk op de n. medianus al vergroten zodat er klachten optreden. Zwelling kan ontstaan door bijvoorbeeld:
De diagnose wordt gesteld aan de hand van het verhaal van de patiënt. Eventueel is het mogelijk een EMG te doen, dit wordt vooral gedaan als een operatie wordt overwogen.
Heeft u last van het carpaal tunnel syndroom en wilt u dit laten behandelen? Er zijn verschillende behandelingen mogelijk bij carpaal tunnel syndroom afhankelijk van de mate van klachten.
Pre operatief; de fysiotherapeut kan u inzicht geven in de klachten en het beloop, advies geven over een spalk, helpen met oefeningen om te pols te ontlasten en meer ruimte te geven aan de zenuw.
Post operatief; ondersteuning bij de wondgenezing en hulp bij het volledig herstel van mobiliteit en kracht in de hand en de pols.