Het compartimentsyndroom is een medische aandoening waarbij er een verhoogde druk ontstaat in een spiercompartiment, een ruimte die wordt omgeven door fascie (bindweefsel) en die spierweefsel, bloedvaten en zenuwen bevat. Dit kan leiden tot ernstige schade aan de weefsels als de druk niet tijdig wordt verlicht. Fysiotherapie speelt een belangrijke rol in het herstel na de acute fase van het syndroom, maar kan ook preventief werken bij het chronisch compartimentsyndroom.
De symptomen kunnen variëren afhankelijk van of het syndroom acuut of chronisch is. Bij een acuut compartimentsyndroom zijn de symptomen vaak ernstig en verergeren snel:
Bij een chronisch compartimentsyndroom (meestal gerelateerd aan fysieke activiteit) zijn de symptomen milder en treden ze meestal op tijdens of na inspanning:
De oorzaken verschillen tussen het acute en chronische compartimentsyndroom.
Acute vorm: Deze ontstaat meestal na een trauma, zoals een botbreuk, ernstige kneuzing of een crush-letsel. Hierdoor zwelt het weefsel op, maar de fascie kan zich niet uitrekken, wat leidt tot verhoogde druk in het compartiment. Spoedchirurgie is vaak vereist om permanente schade te voorkomen.
Chronische vorm: Dit is vaak het gevolg van langdurige, repetitieve bewegingen, zoals hardlopen of fietsen. De druk in het compartiment neemt geleidelijk toe door spierzwelling tijdens inspanning, maar de symptomen verdwijnen na rust. Dit type komt vaker voor bij jonge, actieve mensen.
De fysiotherapeut speelt een cruciale rol, vooral in de behandeling van het chronisch compartimentsyndroom. In acute gevallen komt fysiotherapie pas na chirurgische interventie in beeld.
Enkele veelgebruikte oefeningen die de fysiotherapeut kan inzetten zijn: