We blijven het voortdurend zeggen, maar bewegen is enorm belangrijk. Het is gezond, zowel mentaal als fysiek en bovendien houdt het je fit. Maar wat is nou voldoende beweging? Zijn de 5 wandelingen met de hond voldoende of moet je iedere week per se twee keer naar de sportschool?
De hoeveelheid beweging en het aantal stappen is voornamelijk afhankelijk van je leeftijd. Wij raden aan om vanaf de 4e levensjaar beweging te stimuleren. Naast het leuk buitenspelen en gymlessen is ook het beoefenen van een sport vanaf deze leeftijd belangrijk. Vooral omdat kinderen t/m 17 jaar veel stilzitten in de klas, zijn buitenschoolse activiteiten essentieel.
Wij maken een onderscheid tussen matig en intensief bewegen. Bij matig bewegen merk je al snel dat je hartslag sneller gaat, net als de ademhaling. Maar je hebt nog wel voldoende lucht en energie om te kunnen praten. Een wandeling met de hond, rustig zwemmen, huishoudelijke klussen etc. vallen allemaal onder matige beweging.
Bij intensief bewegen is de ademhaling een stuk zwaarder in combinatie met zuchten en puffen. Praten is dan ook erg moeilijk omdat je minder lucht hebt. Ons lukt het dan in ieder geval niet! Onder intensief bewegen vallen sporten als hardlopen, diverse balsporten, wielrennen en vechtsporten als judo.
De zogenoemde MET-waarde is een meeteenheid binnen de fysiologie voor de hoeveelheid energie die een bepaalde fysieke inspanning kost, vergeleken met de hoeveelheid benodigde energie in rust. Deze meeteenheid wordt gebruikt om te bepalen welke activiteiten wel of niet meetellen van de bewegingshoeveelheid die minimaal nodig is. Des te hoger de MET-waarde, des te zwaarder de inspanning van de beweging. Meer informatie over MET-waardes lees je hier. Hieronder hebben we enkele voorbeelden voor volwassen.
Vorm van beweging | MET-waarde >18 jaar |
Boodschappen doen | 2,3 |
Hond uitlaten | 3 |
Ramen wassen | 3,2 |
Skateboarden | 5 |
Vorm van beweging | MET-waarde >18 jaar |
Fitness | 5,5 |
Hardlopen | 8 |
Judo | 10,3 |
Schaatsen | 7 |
Voetbal | 7 |
Wielrennen | 15,8 |
Om het totale energieverbruik van een fysieke activiteit te kunnen berekenen, kun je de onderstaande formule gebruiken:
Energieverbruik per minuut = MET x 3,5 x gewicht / 200
Een 39-jarige marketingmanager heeft een kantoorhond die hij ongeveer 3x 10 minuten uitlaat tijdens zijn kantooruren. De hond uitlaten krijgt een MET-waarde van 3. Hij weegt 83 kilo. Op basis van bovenstaande formule verbruikt hij 4,4 kcal per minuut. Door in totaal een half uur te wandelen met de hond verbruikt hij in totaal 130 kcal.