Tekst
Lettertype

Feiten over ijshockey

Ijshockey is één van de meest snelle en competitieve sporten die er is. Leuk om te kijken en leuk om te doen! Lichamelijk contact is toegestaan en de puk gaat met hoge snelheden over het ijs, soms wel met 160 km/h. Niet gek dus dat het niet altijd goed gaat.

Binnen de ijshockey kunnen er snel blessures ontstaan, ondanks de goede bescherming. Het is een fysieke contactsport op schaatsen, dus de kans op een blessure is groot.

De meest voorkomende zijn

Klachten aan het onderste deel van het lijf komen minder vaak voor, maar kunnen zijn: liesklachten, impingement aan de heup, binnenste knieband letsel, skate bite en enkelverzwikkingen.

Andere feitjes

  • de kans op een blessure is tijdens een wedstrijd meer dan 4x zo hoog dan tijdens een training
  • de kans op blessures neemt toe naarmate de snelheid en het gewicht van de speler toeneemt. Voor professionele ijshockeyers wisselen de metingen tussen de 52 en 82 blessures per 1000 wedstrijd uren.
  • bij vrouwen ijshockey is er geen ‘body checking’ toegestaan en mede daardoor is de kans op blessures verminderd tot 20 blessures per 1000 uur
  • op de Olympische spelen van 2010 was ijshockey de sport met het meeste risico op een blessure. Van alle spelers was 13-35% geblesseerd geraakt.
  • er zijn relatief minder voorste kruisband letsels in vergelijking met voetbal
  • het is pas vanaf 1979 verplicht ingesteld om een helm te dragen. Daarmee zijn veel letsels aan het gezicht, ogen, tanden en hersenschuddingen voorkomen.

Het blijft natuurlijk gewoon te leuk om het spel te spelen, dus hoe kan je voorkomen dat je zelf geblesseerd raakt? Een groot deel van de blessures kan opgevangen door een goed reactievermogen. Hoe fitter je bent, hoe sneller je kan reageren op bijvoorbeeld een schijnbeweging. Hoe vermoeider je bent, hoe trager je reageert. Naast je icehockey training is kracht- en conditietraining helemaal zo gek nog niet. Voldoende rust komt dus ook ten goede!