Als je een blessure hebt wil je vaak precies weten wat er aan de hand is. Een logische stap voor veel mensen is het aanvragen van een MRI, röntgen of echo, maar heeft dit wel meerwaarde en wanneer besluit de fysiotherapeut zelf of aanvullende diagnostiek zinvol is?
Allereerst luisteren we uitgebreid naar het verhaal van de patiënt. Meestal komt daar een patroon uit waardoor we aan een paar aandoeningen denken. Is er bijvoorbeeld een trauma geweest, is er uitstraling naar een been, of kan iemand zijn arm niet meer heffen. Per aandoening zijn er een aantal testen die we kunnen uitvoeren om te kijken bij welke blessure dat hoort. Zo kunnen we in de meeste gevallen vaststellen wat er aan de hand is. Aanvullende diagnostiek is dan zinvol als het beeld niet duidelijk is, het beloop te traag is of als we vermoeden dat een operatie of gips nodig is. Het verhaal van een patiënt in combinatie met fysieke testen geeft een completer beeld dan alleen direct voor aanvullende diagnostiek gaan.
Is er toch aanvullende diagnostiek nodig, dan hebben we het in de meeste gevallen over MRI, Röntgen of echo:
Echo: hiermee zien we voornamelijk de zachte delen van het lichaam, zoals pezen, spieren en gewrichten. Het is een hulpmiddel voor het aantonen of uitsluiten van weefselschade. Daarnaast kan het ook de ernst van een ontsteking of grootte van een scheur in beeld brengen. Bijvoorbeeld bij schouderklachten, achillespeesblessures, kniepeesblessures, enkeltrauma, hielspoor, tenniselleboog en polsklachten kan echografie zinvol zijn.
Het aanvragen van een MRI of röntgen moet weloverwogen gedaan worden en loopt altijd via de huisarts. Voor het maken van een echo kan je terecht bij één van onze collega’s in de praktijk die zich hierin gespecialiseerd hebben. Je kan hierdoor snel een afspraak inplannen zonder verwijzing.