KANS

KANS staat voor Klachten Arm, Nek en Schouder. Dit is een nieuwere Nederlandse term voor het internationaal nog gebruikte RSI. Bij de term KANS horen alle klachten die zich kunnen voordoen in de arm, nek en schouder als gevolg van een verschil in de belasting en de belastbaarheid van het geblesseerde lichaamsdeel. Er horen dus geen blessures van de arm, nek en schouder bij die na acuut trauma zijn ontstaan.

RSI staat voor repetitieve strain injury. De naam suggereert dat deze klachten voortkomen uit herhaaldelijke bewegingen waardoor weefselschade ontstaat. KANS is een breder begrip omdat klachten niet alleen voort kunnen komen uit herhaaldelijke bewegingen maar bijvoorbeeld ook uit een langdurige statische beweging, zoals in één houding zitten. Ook is de term kans completer omdat pijn niet altijd voortkomt uit weefselschade. Als laatste wordt de balans tussen belasting en belastbaarheid vaak niet alleen verstoord door een herhaaldelijke beweging, maar vaak door een combinatie van factoren. Hierin speelt leefstijl ook een grote rol, zoals bijvoorbeeld beweging, omgeving en omgang met persoonlijke stressoren.

Omdat KANS een bredere groep blessures met deze verstoorde belasting en belastbaarheid beschrijft spreken wij hieronder verder over KANS.

KANS verder uitgelegd

KANS kan je opdelen in een aantal categorieën:

1. Aspecifieke klachten
2. Specifieke klachten van de:

  • Pols, onderarm en hand
  • Elleboog
  • Schouder
  • Nek

Wat bedoelen we met aspecifieke klachten?

Niet alle pijnklachten die voortkomen uit een verstoring van de eerdergenoemde belasting en belastbaarheid leiden ook tot weefselschade. Dit wil zeggen dat de klachten niet te specifiek te herleiden zijn tot een structuur zoals een peesontsteking, zenuwbeklemming of spierscheuring, doormiddel van een test of door beeldvorming. Echter hoeven pijnklachten ook niet altijd daaruit voort te komen. Bijvoorbeeld overmatige spanning op de spier kan ook al pijn geven, zonder dat die spier ontstoken of gescheurd is.

Specifieke klachten KANS

Bij specifieke klachten van de pols, elleboog, schouder en nek heeft het verschil in belasting en belastbaarheid gezorgd voor overbelasting van het pees, spier of zenuwweefsel met bijv. een ontsteking, beklemming of scheuring als gevolg. Bekende voorbeelden van deze klachten staan hieronder benoemd:

  1. Pols onderarm en hand: Carpaal tunnel syndroom, de Quarvain en triggerfinger
  2. Elleboog: Tenniselleboog en golferselleboog
  3. Schouder: Rotatorcuff* tendinitis, bicepspees tendinitis, rotatorcuff rupturen en bursitis
  4. Nek: Hernia en hypertonie

Rotatorcuffklachten betreffen vaak de supraspinatus, infraspinatus of de subscapularis.

Met KANS naar de fysiotherapeut

Indien u klachten ervaart aan uw nek schouder of arm die langer dan twee weken aanhouden en niet na een acuut trauma zijn ontstaan dan kan het zijn dat u een aspecifieke of specifieke schouderklacht heeft. In dit geval is het zinvol om uw fysiotherapeut te raadplegen. Zij diagnosticeren voor u de klacht. Daarnaast kijken ze met u naar uw belasting door werk, hobby’s en dagelijkse activteiten. Maar ook naar uw belastbaarheid door levensstijl factoren, zoals uw beweging, uw omgeving en uw omgang met persoonlijke stressoren, in kaart te brengen. Op basis van de totale optelsom maakt de therapeut een programma voor u op maat. Dit kan verschillende behandelopties bevatten zoals training, ontspanningsoefeningen mobilisaties en ergonomische adviezen.

Ook kan de therapeut het verwachte beloop met u bespreken zodat u weet waar u aan toe bent, en hoe lang het duurt voordat u verbetering kan verwachten. De mythe dat KANS klachten chronisch zijn en niet over kunnen gaan is dus echt onterecht. Met uw therapeut samen kunt u de balans tussen belasting en belastbaarheid weer optimaal krijgen waardoor u uw werk, hobby of dagelijks leven weer pijnvrij en met plezier kan uitvoeren.